Portishead
Dit nummer duurt precies een sigaret.
Dit nummer duurt precies een sigaret.
We lopen tussen Montenegro en Albanië, hoewel het op 2000 meter moeilijk is om belang te hechten aan de fictie van landsgrenzen. De uitzichten zijn weidser dan in de Alpen, de herfstkleuren zijn feller dan die van Maine. Als de zon schijnt geven de bomen licht.
We vermijden de tol en rijden door plaatsen met namen zonder klinkers. In Hrv wordt aan de weg gewerkt.
“Misschien”, zegt ze, “is dit wel het maximaal haalbare.”
We blijven voor altijd in dit park, met een gitaar en een boek, of tenminste zo lang we daar zin in hebben. Langzaam veranderen de wolken van vorm.
Ze kijkt me aan. “Ik zou helemaal gek worden van al die degelijkheid.”
“Het liefst zou ik weer de hele dag TMF kijken”, zegt ze.
“Volgens mij”, zegt ze terwijl ze een doos op de grond laat ploffen, “was dit het”.
Hij kijkt om zich heen. Zijn hele huis – herstel: HUN hele huis – staat vol met haar spullen. Na twee jaar verkering werd het toch maar eens tijd, vonden ze.
Hij haalt een hand door zijn haar. “Soms vraag ik me af of ik wel ben gemaakt voor samenwonen.”
“Wordt er in Amsterdam nog een beetje…”, vroeg hij, en hij inhaleerde nadrukkelijk door zijn neus, “…gefeest?”
Straks komt mama. Ze zal zeggen dat het goed is dat ik hier zit, maar aan haar ogen zal ik zien dat ze zich zorgen maakt. “Zullen we lekker een bakkie doen?”, zal ze vragen, want we houden allebei van koffie.